HEEMSKERK - Zangeres en cabaretière Mylou Frencken treedt 7 december op in Heemskerk met haar voorstelling Zinloos Zuchten. Haar partner Frénk van der Linden ondervraagt haar over vergeefs verlangen en ander genot.

In 35 jaar journalistiek heb ik het nog nooit gedaan: mijn geliefde interviewen. Maar nu ze een voorstelling heeft gemaakt over haar eeuwige gezucht, moet het maar eens. Per slot van rekening lijd ik er zelf voortdurend onder.

Mylou, wat is Zinloos Zuchten eigenlijk?
‘Het is blijven zitten waar je zit, feitelijk niks doen, maar ondertussen met je blik op oneindig de grootste verlangens koesteren. Naar een leven waarin alles lukt… Naar een normale man… Naar een nummer 1-hit… Naar een ijskast die eindelijk schoon is… Je weet dat je het allemaal nooit voor elkaar krijgt, maar dat is niet erg. Integendeel: vergeefs verlangen is juist heerlijk. Portugezen zijn er heel goed in. Ze noemen het saudade. Zoete pijn, houden van je mislukking. De dichter Pessoa zei: “Ach, er is geen smartelijker heimwee dan heimwee naar de dingen die nooit zijn geweest.”’

Doen ze het ook in Heemskerk, zinloos zuchten?
‘Juist in Heemskerk! Man, wat daar tussen de lantaarnpalen, de Hema, de klikobakken en het gemeentehuis wordt afgezucht. Overal kan het altijd mooier, beter, verleidelijker. Iedereen kent dat sentiment. Ik wilde balletdanseres willen worden, maar ik heb me nooit aangemeld bij een academie. Op die manier kan ik mijn hele leven blijven zuchten over die gemiste carriere. Terwijl ik natuurlijk geen kans zou hebben gehad met mijn figuur. Ze hadden me vierkant uitgelachen.’

Ze geeft me zoals gebruikelijk geen kans om een vervolgvraag te stellen. ‘Ik heb het allemaal niet van een vreemde’, zegt ze. ‘Mijn vader, notaris, kon smakelijk vertellen over zijn eigen falen. Hij wilde op zijn veertigste plotseling jazzmuzikant worden. Beetje laat. Té laat, dat snapte hij ook wel. Hij zag het tragikomische van zichzelf in.’

Ook toen hij in het casino…
‘…zijn hand volledig overspeelde, ja, en moest vragen of ze hem in hemelsnaam voortaan de toegang wilden weigeren. Nee joh, dat deed vooral pijn. Daar was niets komisch aan. In deze voorstellling probeer ik er voor het eerst woorden voor te vinden.’

Op welke leeftijd kreeg jij zelf last van zinloos zuchten?
‘Vanaf mijn vierde.’

Dit is een serieus interview, Mylou.
‘Echt waar. Op de kleuterschool was ik altijd verliefd op jongens die al een meisje hadden. Later kreeg ik een pianoleraar die ik aanbad, en hij leerde me luisteren naar Braziliaanse muziek. Naar zinloze zuchters als Jobim, Veloso en Regina. Toen begon het grote zwijmelen. Ik heb me nu laten inspireren door zulke melodieën. Ik zing en dans ook een tango over vijftigers die proberen erotisch weer tot leven te komen door samen op dansles te gaan. Heerlijk treurig, en toch vrolijk stemmend, want afgrijselijk herkenbaar.’

Was het nou echt nodig om je ranzige avontuurtjes in Lissabon in dit programma te verwerken? Past dat wel bij je imago van keurige bardame en zangeres in de kennisquiz Met het mes op tafel?
‘Kennelijk wilde ik net als mijn vader uitzoeken hoe ver ik kon gaan, alleen op een ander vlak dan het casino. Soms moet een verlangen toch echt worden uitgeleefd. Hoe nuchter ik meestal ook ben – dochter van een Groningse moeder, nietwaar -, bij tijd en wijle beklim ik een tafel om erop te dansen.’

Werd je vorige man, cabaretier Bert Klunder, al dat zinloze zuchten nooit zat?
‘Hij hoorde het aan en zei dan heel lief: “Nou, gewoon even doen.” Bijvoorbeeld wanneer ik weer eens zat te puffen boven één of ander ingewikkeld belastingformulier. Daar maakte ik ook nooit werk van, begrijp je? En als ik het dan toch voor elkaar kreeg, maakten we samen een rondedansje. Mijn dochter Madelief is godzijdank veel praktischer. Ze is het huis uit nu. Woont niet zomaar ‘op kamers’, maar in een karaktervol appartement in de binnenstad. Heeft ze helemaal zelf geregeld.’

Je sluit Zinloos Zuchten af met het lied Kun je me dragen? Waarom?
‘Ik schreef dat nummer deze zomer voor Lotte en Roos, twee dochters van een goede vriendin. Zij lijden beiden aan het ongeneeslijke Syndroom van Usher, waardoor je blind en doof wordt. Het lied gaat over iets heel kwetsbaars: hulp aan anderen vragen. Kun je me dragen? Inmiddels realiseer ik me dat wij stuk voor stuk wankele mensen zijn die voortdurend een beroep doen op anderen, en dat dat maar goed is ook. Of je nou een ziekte hebt, of liefdesverdriet, of met een faillissement zit, of een zinloze zuchter bent: als je wilt, vind je een helpende hand. Dát verlangen wordt bijna altijd waargemaakt.’

Zinloos Zuchten van Mylou Frencken, Stichting Culturele Cirkel, 7 december, 20.30 uur, Heemskerk. Kaarten verkrijgbaar via www.decirkelheemskerk.nl.